INHOUD
1. VOLKSWAGEN T1, T2, T3, T4, T5
2. VOLKSWAGEN POLO
3. VOLKSWAGEN UP
1. VOLKSWAGEN T1, T2, T3, T4, T5
2. VOLKSWAGEN POLO
3. VOLKSWAGEN UP
VOLKSWAGEN T1, T2, T3, T4, T5
Transporter is de naam voor een bestelwagen van de Duitse autofabrikant Volkswagen, die intern bekendstaat als Typ 2 (de Volkswagen Kever heette intern Typ 1). Sinds 1990, met de komst van de T4 variant, is Transporter ook als naam geregistreerd. Voor de diverse modellen zijn door de jaren heen diverse bijnamen gebruikt, waarbij VW-Bus de algemeen gebruikte is.
Onder de naam Typ 2 zijn inmiddels 5 varianten op de markt gebracht, van T1 tot T5. Typ 2 is dus, in tegenstelling tot wat nog wel eens wordt gedacht, niet synoniem met een T2-bus. De Typ 2 is het tweede model dat door het naoorlogse Volkswagen geproduceerd werd; eerder fabriceerde het bedrijf alleen de Volkswagen Kever. De productie begon in 1950. Het model kan worden beschouwd als de voorloper van busjes voor personen- en goederenvervoer. In de jaren zestig enzeventig werd de Typ 2 een populair hippiebusje, voornamelijk omdat het veel ruimte bood aan personen en levensmiddelen. GESCHIEDENIS Het idee voor de Typ 2 is afkomstig van de Nederlandse Volkswagen-importeur Ben Pon.[1] Toen hij op 23 april 1947 bij de Volkswagenfabriek inWolfsburg op bezoek was zag hij daar een transportwagen op een Volkswagen Kever bodemplaat, die werd gebruikt voor intern transport. Met dezePlattenwagen als uitgangspunt schetste hij een busje. In 1948 besloot Heinrich Nordhoff dat Volkswagen de schets zou uitwerken. Al snel bleek dat de bodemplaat van de Kever te zwak was om een vol beladen bestelwagen te dragen. In plaats daarvan kwam een ladderchassis met een zelfdragende carrosserie. Het resultaat werd beproefd in de windtunnel van de Technische Universiteit van Braunschweig. Toen de luchtweerstand nogal hoog bleek werd door de universiteit een afgeronde vorm voorgesteld. Daarmee werd de luchtweerstand lager dan die van de Kever. De serieproductie van het nieuwe model begon op 8 maart 1950. De Typ 2 was naast de Citroën TUB (later HY) een van de eerste auto's waarin de bestuurder recht boven de vooras van het voertuig zat. Deze bouwwijze werd overgenomen door de concurrentie, in de Verenigde Staten door de Greenbrier van Chevrolet, in Europa bijvoorbeeld door de Fiat 238. Tegenwoordig is het in Europa en Oost-Azië veruit de meest gebruikte configuratie voor lichte bestelwagens. Van het model verschenen talloze uitvoeringen, niet alleen van Volkswagen zelf, maar ook van Westfalia (camper). Tot de komst van de Volkswagen Eurovan zat de motor achterin, waardoor een vlakke laadvloer niet mogelijk was. Dit was een erfenis van de Volkswagen Kever waarop het model was gebaseerd. T1 Het allereerste Type 1-model, met de voorruit met een metalen spijltje in het midden, de ‘spijlbus’ of de Microbus / Transporter, werd geproduceerd tussen 8 maart 1950 en het eind van 1967. Eerst werd de bus nog in Wolfsburg geproduceerd; vanaf 8 maart 1956 werd een gloednieuwe autofabriek inHannover gebruikt voor de productie. De Microbus / Transporter heeft als interne benaming bij Volkswagen de Type 2 (de cijfers achter de 2 geven aan om welk model het gaat). In februari 1955 kwam het vernieuwde model op de markt. Volkswagen had de carrosserie ingrijpend gewijzigd. Het dak kreeg een overhangende pet boven de voorruiten, waar roosters in kwamen voor aanvoer van verse lucht; de motorklep en motorruimte werden aanzienlijk lager uitgevoerd. Daardoor ontstond ruimte voor een achterklep, een wens van veel bouwvakkers, loodgieters, timmerlieden; nu konden grotere lengtes vervoerd worden doordat deze via de achterklep geladen konden worden. Evenals de VW Kever werd in de busjes een 1131cc 4-cilinder boxermotor van 25 pk gebouwd; deze lag achterin en werd luchtgekoeld. In 1953 werd dit een 1192cc 30 pk motor. Een versie van 36 pk was ook verkrijgbaar. Deze had dezelfde cilinderinhoud maar kon dankzij een hogere compressie wat meer vermogen leveren. Deze versie werd in 1955 de standaardmotor. Een 40 pk motor kwam vanaf 1959op de markt, maar bleek dusdanig storingsgevoelig dat VW alle wagens terugriep naar de garage en de motoren verving. De eerste versies van de T1 (Transporter 1ste generatie) werd T1a genoemd. T1b betrof een wagen met een iets langere daklijn boven het voorraam en een kleinere motorruimte. Vanaf modeljaar 1963 werden de wagens aangeduid als T1c; de achterdeur was breder uitgevoerd. Daarnaast werden in datzelfde jaar de scharnierende laaddeuren aan de zijkant vervangen door een schuifdeur. De introductie van wat aanvankelijk een zwaar transport Transporter werd genoemd – hij kon 1000 kg vracht vervoeren in plaats van 750 – bleek dermate succesvol dat deze uitvoering de standaard-Transporter werd. Het model was verkrijgbaar met een nieuwe 1493cc motor (1.5L of ‘1500’ genoemd) die 51 pk leverde. Nadat de Kever vanaf 1967 met dezelfde motor werd uitgerust, werd het vermogen opgevoerd tot 53 pk). De motoren van deze Transporters bleken uiterst betrouwbaar en gingen zonder problemen meer dan 250.000 km mee. Met de jaren zestig als ijkpunt was deze betrouwbaarheid zeer hoog te noemen. De uitvoering als pick-up was in de Verenigde Staten populair. Té populair waarschijnlijk, want er werd 25% extra belasting op geheven. Deze belasting werd bekend als de ‘chicken-tax’ omdat de Bondsrepubliek tegelijkertijd de belasting op import diepvrieskip verhoogde.[bron?] In 1967 kwam een eind aan de Duitse productie van de 'spijltjesbus'. Hij werd opgevolgd door de T2, maar het model werd nog tot 1975 in São Bernardo do Campo, Brazilië geproduceerd. Bij de Braziliaanse busjes werden enkele verbeteringen toegepast die in de T2 waren doorgevoerd, zoals een gewijzigd front en grotere achterlichten. Deze zogenaamde T1.5 werd tot 1996 geproduceerd. Bezitters van T1’s refereren vaak aan het aantal ramen dat hun busje heeft om onderscheid te kunnen maken tussen de vele passagiersuitvoeringen. De ‘basis’-Kombi Transporter is die met 11 ramen: twee voorramen (wegens het middenspijltje); drie zijramen aan ieder kant, een raam in iedere voordeur en één achterraam. Het ‘DeLuxe’-model is een 15-ramer: deze kent vier zijramen en aan weerszijden van het achterraam een gebogen achterraampje. Dit model was niet in Europa verkrijgbaar. De 23-ramer werd in de VS ‘sunroof deluxe’ genoemd; deze had aan iedere wagenkant 8 kleine panoramaraampjes. Een 21-ramer had de gebogen achterraampjes niet. De 21- en 23-ramer kregen later de bijnaam Samba’s. ‘Echte’ Samba’s zijn echter 21- of 23-ramers met de meest luxe uitvoeringen die verkrijgbaar waren: chromen lijsten, een uitgebreider dashboard en een canvas open dak standaard. Samba’s werden geproduceerd vanaf 1951. Het was een uitvoering die niet in de T2 – T5 werd gecontinueerd. (Luxe tot zeer luxe uitvoeringen van de T2 – T5 bestaan echter wel: Caravelle’s; California’s en Multivan’s bijvoorbeeld.) Een goede Samba kostte anno 2009 dertigduizend tot veertigduizend euro,maar soms ook nog meer. Op 1 augustus 1967 kwam een compleet venieuwd model met panoramische voorruit op de markt. T2 In 1967 werd de tweede generatie Type 2 geïntroduceerd, de Panoramabus. Dit model heeft grote zijramen, en een gewelfde voorrruit zonder middenspijl. Behalve uiterlijke wijzigingen, kende het nieuwe exemplaar ook enkele motorische verbeteringen. Met 1.6 L en 48 DIN pk (35 kW) werd het vermogen van de motor groter. Ook van de T2 werden verschillende versies gemaakt. De modellen van voor 1971 worden T2a genoemd. In 1972 is een overgangsmodel geproduceerd dat de modelnaam T2a/b kreeg. Een front van de a en achterkant van het b model zijn belangrijkste kenmerken. Type 2's van tussen 1972 en het begin van de jaren '80 hebben de naam T2b, en de term T2c is bedoeld voor de bussen met verhoogde daken die in de vroegen jaren '90 speciaal voor Amerikaanse marktkoopmannen werden gebouwd. De T2 werd eerst in Duitsland, daarna in Mexico en vervolgens in Brazilië gebouwd. De T2 wordt tot op de dag van vandaag geproduceerd (echter alleen voor de Braziliaanse markt), en is daarmee het langstlopende Volkswagen model. Sinds modeljaar 2006 wordt een vloeistofgekoelde motor geplaatst, waarmee het tijdperk van de luchtgekoelde boxermotor ten einde kwam. Op 31 december 2013 zal de laatste T2 worden gebouwd; het type voldoet niet meer aan Braziliaanse veiligheidseisen.[2]Variaties[bewerken]De Type 2 was in een aantal kenmerkende variaties verkrijgbaar:
T3 De T3 kent verschillende benamingen. In het Verenigd Koninkrijk en Ierland werd het nieuwe type T25 genoemd en in de Verenigde Staten gebruikte men de naam Vanagon voor de bus. Dit model, dat gemaakt werd tussen 1979 en 1992, kenmerkt zich door een strakker uiterlijk en een totaal vernieuwde techniek. Vanaf 1980 werden watergekoelde dieselmotoren ingebouwd en vanaf1983 watergekoelde benzinemotoren (herkenbaar aan een klein grilletje boven de bumper). Het prominente VW-logo op de voorzijde van de T1's en T2's werd nu een bescheiden logo op de grille. Officieel werd de T3 in 1990 vervangen door de T4. In een fabriek in in Graz bleef Volkswagen het model echter tot 1992 produceren voor onder andere de Deutsche Post en de Bundeswehr, maar tot 2003 werden in Zuid-Afrika ook nog T3's geproduceerd. De naam Caravelle werd geïntroduceerd voor de passagiersversie. De T3 is geleverd met de volgende motoren: Benzine:1.64 cilinder boxermotor - luchtgekoeld55 pk (motorcode CT)2.04 cilinder boxermotor - luchtgekoeld70 pk (motorcode CU)1,94 cilinder boxermotor - watergekoeld - zonder katalysator55/70 pk (motorcode DG/DH)2.14 cilinder boxermotor - watergekoeld - zonder katalysator112 pk (motorcode DJ)2.14 cilinder boxermotor - watergekoeld - met katalysator95 pk (motorcode MV/SS)Diesel:1.6 D4 cilinder lijnmotor52 pk (motorcode CS)1.7 D4 cilinder lijnmotor55 pk (motorcode KY)1.6 TD4 cilinder lijnmotor70 pk (motorcode JX) T4 Na de T3 werd de Typ 2 ingrijpend gewijzigd, en werd de T4 leverbaar. De motor die zich tot dan achterin bevond, werd voorin geplaatst en tevens werd voorwielaandrijving toegepast. Zo werd een vlakke laadvloer mogelijk. De wijziging had ook gevolgen voor de vormgeving. De T3 had al geen rechte voorzijde meer, maar de T4 kreeg een schuin aflopende voorzijde en bovendien zat de bestuurder niet meer boven de vooras. Ook nieuw was, dat de koper vanaf nu voor een gewone of een 40 cm verlengde versie kon kiezen. Tevens was de T4 optioneel met Syncrovierwielaandrijving beschikbaar. De T4 werd vanaf 1990 geleverd. Volkswagen leverde al langer onder de naam Transporter, maar vanaf nu zou deze naam aan de bestelversie voorbehouden blijven. De personenversies werden Caravelle en Multivan genoemd, waarbij de zetels respectievelijk vooruit of naar elkaar toe keken. Vaak wordt de 88pk motor getuned naar minstens 102 pk, een andere originele specificatie. De T4 is geleverd met de volgende motoren: Benzine:1.84 cilinder lijnmotor66 pk2.04 cilinder lijnmotor84 pk2.55 cilinder lijnmotor110 pk2.55 cilinder lijnmotor115 pk2.86 cilinder VR6-motor140 pk2.86 cilinder VR6-motor204 pk (deze wordt niet meer met VR6 aangeduid maar met V6)Diesel:1.9 D4 cilinder lijnmotor60 pk (128 Nm)1.9 TD4 cilinder lijnmotor68 pk (140 Nm)2.4 SD5 cilinder lijnmotor75 pk2.4 SD5 cilinder lijnmotor78 pk2.5 TDI5 cilinder lijnmotor88 pk2.5 TDI5 cilinder lijnmotor102 pk2.5 TDI5 cilinder lijnmotor151 pk T5 De T4 werd in 2003 opgevolgd door de T5. Hij wordt zowel in Hannover als in Poznań gebouwd. Nieuw bij de T5 is dat de versnellingspook in het dashboard is geplaatst. Ook de uitrusting en het aantal opties is flink uitgebreid met bijvoorbeeld een navigatiesysteem, klimaatcontrole en Bi-xenon verlichting in de koplampen. De zwaardere motoren kunnen geleverd worden met 4Motion vierwielaandrijving. Bij de transmissie kan er gekozen worden uit een handgeschakelde 5-versnellingsbak voor de 4-cilinder motoren of een 6-versnellingsbak of automatische 6 traps versnellingsbak voor de 5-cilinder motoren. De TDI dieselmotoren zijn uitgerust met Volkswagen's pompverstuivertechniek waardoor ze krachtiger en zuiniger zijn dan voorgaande motoren. De sterkste dieselmotor is de 2.5-liter 5 cilinder TDI-motor met 174 pk die ook in de Volkswagen Touareg wordt gebruikt. De sterkste benzinemotor is de 3.2-liter VR6-motor met 235 pk die eveneens in de Touareg werd gebruikt. Sinds eind 2006 zijn de 4-cilinder dieselmotoren als extra verkrijgbaar met een dieselpartikelfilter (DPF), terwijl de 5-cilinder dieselmotoren daar standaard mee zijn uitgerust. De T5 is beschikbaar met de volgende motoren: Benzine (ook verkrijgbaar als CNG-versies):2.04 cilinder lijnmotor115 pk3.26 cilinder VR6-motor235 pk(Ook verkrijgbaar met 4Motion, gebadged als V6)Diesel:1.9 TDI4 cilinder lijnmotor86 pk(Ook verkrijgbaar met DPF)1.9 TDI4 cilinder lijnmotor105 pk(Ook verkrijgbaar met DPF)2.5 TDI5 cilinder lijnmotor130 pk(Ook verkrijgbaar met 4Motion en DPF)2.5 TDI5 cilinder lijnmotor174 pk(Ook verkrijgbaar met 4Motion en DPF)Nieuw model minivan[bewerken]De T5 Transporter is niet te koop in de Verenigde Staten en Canada. Volkswagen en Daimler AG werken samen aan een nieuw model minivan geschikt voor deze markt. Multivan[bewerken] Zie Volkswagen Multivan voor het hoofdartikel over dit onderwerp.De Multivan is de luxe persoonsbusuitvoering van de T5. |
VOLKSWAGEN POLO
De Volkswagen Polo is een personenwagen in de compacte klasse van het merk Volkswagen.
GESCHIEDENIS De Volkswagen Polo is lange tijd het kleinste model van Volkswagen geweest en wordt sinds 1975 geproduceerd. Oorspronkelijk werd de auto geïntroduceerd als goedkope versie van de eerder geïntroduceerde Audi 50. De enige verschillen tussen de Audi en de Volkswagen zijn de logo's en het uitrustingsniveau. Uiteindelijk had de Polo door zijn lage prijs meer succes dan de Audi 50 en na enkele jaren werd de productie van de Audi gestaakt, terwijl de Polo tot op de dag van vandaag in productie is en redelijk succesvol blijft verkopen. Pas in 2000 werd er weer een Audi op basis van de Polo uitgebracht, de Audi A2, ook deze was geen lang leven beschoren en is inmiddels uit productie. Op basis van de Polo zijn nog drie modellen in productie bij zusterbedrijven in deVolkswagen Group, namelijk de Skoda Fabia, de Seat Ibiza en de Audi A1. POLO 86 De Vw Polo's van 1975 tot 1994 worden dikwijls aangeduid met de interne VW codenaam Typ 86. Dit omdat het chassis gedurende deze 19 jaar nagenoeg onveranderd bleef. De Polo I en IF zijn van het type 86, de II en IIF van het type 86c. POLO I De Polo begint zijn leven in 1974 als Audi 50 en was in feite bedoeld als opvolger van de kleinere NSU modellen. De Polo wordt in maart 1975 als kale uitvoering van deze Audi op de markt gebracht. Van meet af aan werden deze modellen op dezelfde productielijn gefabriceerd in Wolfsburg. De eerste jaren was er maar 1 model leverbaar in 2 uitvoeringen, De Polo N als instapversie en de Polo L als "Luxe" uitvoering met onder andere chromen sierlijsten. De in 1977 geïntroduceerde en op de Polo gebaseerde Volkswagen Derby is min of meer een Polo met kofferbak. Er zijn vrijwel geen goede exemplaren meer bekend van de allereerste Polo's, door hun extreme roestgevoeligheid.[1] POLO IF In 1979 wordt de 'facelift'-versie uitgebracht, de Polo IF. De grootste wijzigingen zijn plastic bumpers, een andere dakverlijming (minder roestgevoelig) en een nieuw dashboard en instrumentenpaneel. Ook de IF was zowel als Polo als Derby verkrijgbaar. POLO II In 1981 wordt de Polo II gelanceerd. Uiterlijk een vrij grote wijziging maar onderhuids nog steeds dezelfde techniek als de IF. Het meest opvallende verschil is de rechte kofferklep, die de Polo II het uiterlijk van een kleine stationwagen geeft. Samen met de introductie van de Polo II wordt ook de Derby II uitgebracht. Het gaat hier opnieuw om een gewone Polo maar dan met kofferbak. In Nederland wordt deze sedan echter niet als Derby, maar gewoon als Polo verkocht. In 1982 wordt er een nieuw model van de Polo geïntroduceerd, de Polo Coupé. In 1986 volgt een grote onderhuidse facelift. Nieuwe motoren, waaronder voor de eerste keer een dieselmotor (1272 cc, 33 kW/45 pk), grotere benzinetank en voor het eerst is er een 5-bak verkrijgbaar. Ook wordt in dit jaar in Duitsland de tot dan toe krachtigste Polo ooit gelanceerd, de Polo G40. 1988 is het laatste jaar waarin de naam Derby gebruikt wordt, vanaf nu gaat de sedan versie overal door het leven als Polo Classic, zoals hij in enkele landen al sinds 1982 heette. POLO IIF In 1990 volgde een facelift van de II, namelijk de IIF. De grootste wijzigingen bij de facelift zijn vierkante koplampen, grotere bumpers en een nieuw dashboard en instrumentenpaneel. Ook de IIF is verkrijgbaar als Polo, Polo Coupé of Polo Classic. Motoren die verkrijgbaar zijn liepen 1,0l tot 1,3l met 33 kW/45 pk tot 55 kW/75 pk en een 1,4l-dieselmotor met 35 kW/48 pk.In 1991 komt er als topmodel weer een G40-uitvoering. Dankzij de G-lader had de G40 de beschikking over 83 kW/113 pk. POLO 6N In 1994 worden de Typ 86 modellen opgevolgd door een compleet nieuw ontworpen Polo. Dit model was voor het eerst ook leverbaar met vier portieren (achterklep niet meegerekend). Er werden benzinemotoren aangeboden van 1,0l met 33 kW/45 pk, 1,3l met 40 kW/55 pk en een 1,6l met 55 kW/75 pk. Ook kwam er later in het introductiejaar weer een dieselmotor beschikbaar, deze 1,9l indirect ingespoten motor levert 47 kW/64 pk. In 1995 wordt de 1,3l (40 kW/55 pk) vervangen door een 1,4l met 44 kW/60 pk. In 1996 wordt er naast de indirect ingespoten diesel ook een SDI (Saugdiesel Direct Injection) leverbaar. De SDI leende de techniek van de TDI-motoren die geleverd werden in onder andere de Volkswagen Golf, alleen moest deze het doen zonder de turbo. Dit leverde 47 kW/64 pk op, gelijk aan de gewone diesel, maar de SDI is zuiniger in het verbruik. De kwaliteit is lang niet zo goed als de Polo IIF 1.4 D. Ook kwam er een nieuwe benzinemotor beschikbaar: 1,4l 16v met 74 kW/100 pk. In 1997 komt er nog een SDI versie op de markt, een iets geknepen versie, deze 1,7l 44 kW/60 pk sterke motor voldeed al aan de strengere EU III-milieunorm. In 1998 wordt er in Duitsland een GTI-versie van de Polo geleverd, met een nieuw ontwikkelde 1,6l 16V-motor goed voor 88 kW/120 pk. In augustus 1998 wordt de productie van de 6N gestaakt om ruimte te maken voor de 6N2. POLO 6KV Ongeveer een jaar na de introductie van de Polo 6N volgen de Polo Classic sedanversie en de Polo Variant stationcar als type 6KV. Deze hebben gelijkenissen met de 6N qua uiterlijk maar verschillen onderhuids erg van de 6N Polo's, de Polo 6KV is namelijk ontworpen op een aangepaste Volkswagen Golf III bodemgroep. Deze bodemgroep is gezamenlijk met Seat ontwikkeld, de Seat Ibiza en Córdoba maken gebruik van dezelfde bodemgroep.Een van de grootste verschillen is te vinden onder de motorkap. Bij een 6N liggen alle motorblokken voorover gekanteld. De 6KV modellen daarentegen werden met de achterover gekantelde blokken geleverd, als het om de benzinemotoren ging. Bij de dieselmotoren (TDI/SDI) werd gebruikgemaakt van de ook in de Golf III verkrijgbare motoren (AEY, 1Z, AHU en AFN onder andere). Leverbaar was de Polo 6KV met de 1,4l 44 kW/60 pk, 1,6l 55 kW/75 pk en 1,6l 74 kW/100 pk sterke benzinemotoren. Bij de dieselmotoren was er de keuze uit een 1,9l SDI met 47 kW/64pk In 1997 kwam er uitbreiding met twee 1,9l TDI-dieselmotoren, met respectievelijk 66 kW/90 pk en 81 kW/110 pk. De 6KV modellen bleven uiterlijk ongewijzigd tot 2002 in Europa in productie, alleen tijdens de introductie van de Polo 6N2 werd het interieur van de 6KV aangepast aan de nieuwe stijl. POLO 6N2 In 1999 wordt de gefacelifte Polo 6N geïntroduceerd, deze gaat door het leven als type 6N2. Aan de buitenzijde is de 6N2 te herkennen aan het gewijzigde front, ook de achterkant werd verfrist en aangepast. Het interieur is in vergelijking met de 6N flink onderhanden genomen. Ook het motoraanbod is flink onder handen genomen, diverse motoren zijn aangepast en verbeterd aan de steeds strenger wordende milieu-eisen. De 6N2 was leverbaar met viercilinderbenzinemotoren van 1,0l 37 kW/50 pk, 1,4l 44 kW/60 pk, 1,4l 16v 55 kW/75 pk, 1,4l 16v 74 kW/100 pk en 1,6l 16v 92 kW/125 pk (GTI-model). Bij de dieselmotoren heeft men nu naast de twee SDI's (1,7l 44 kW/ 60pk en 1,9l 47 kW/64 pk) ook de keuze uit een TDI. Deze TDI is feitelijk niet meer dan een 1,9l TDI min één cilinder. Dit resulteerde in een driecilinder met 1,4 liter inhoud. In de 6N2 levert deze 55 kW/75 pk. In augustus 2001 wordt de productie van de 6N2 na 2 jaar gestaakt, om plaats te maken voor de opvolger: de Polo 9N. POLO 9N In 2002 wordt de Polo 9N uitgebracht. Deze vierde generatie Polo groeide weer enkele centimeters ten opzichte van zijn voorganger. Op hetzelfde onderstel zijn de Audi A2 en de Skoda Fabia al eerder geïntroduceerd en zal spoedig de Seat Ibiza volgen. Motorisch is er ook het een en anders gewijzigd. De benzinemotoren zijn nu verkrijgbaar met 1,2l-driecilindermotoren van 40 kW/55 pk of 47 kW/65 pk en twee 1,4l-viercilinder-16V-motoren met 55 kW/75 pk of 74 kW/100 pk. Bij de dieselmotoren heeft men nu de keuze uit een viercilinder 1,9l SDI met 47 kW/64 pk, een driecilinder-TDI van 1,4l met 55 kW/75 pk en een viercilinder 1,9l TDI met 74 kW/100 pk. In 2005 wordt er in diverse landen ook nog een sterkere TDI geïntroduceerd, een potente 1,9l TDI met 96 kW/130pk Later dat jaar kwam de facelift van model 9N3 op de markt. POLO 9N2 De 9N2 is de sedanversie van de 9N; deze is in Nederland niet geleverd. Dit model wordt alleen geproduceerd in de Anchieta fabriek van Volkswagen inBrazilië en de introductie vond plaats in 2003. Het model is voornamelijk ontworpen voor de Latijns-Amerikaanse markt, waar het meer succes heeft dan in de verschillende Europese landen. Volkswagen Duitsland heeft drie maanden na introductie op de Duitse markt de levering van de 9N2 gestaakt. POLO 9N3 Op donderdag 12 mei 2005 introduceerde Volkswagen in Nederland de vernieuwde Polo. Een flinke facelift van het 9N model werd op de markt gebracht met nieuwe motoren en uitrustingsniveau's. Vanaf het begin was de auto in 3 uitrustingsniveau's verkrijgbaar: Trendline, Comfortline, Sportline en actiemodel Turijn. De GTI werd iets later geïntroduceerd. Elke Polo had standaard stuurbekrachtiging, airbags voor de bestuurder en voorpassagier en zij-airbags. In Nederland is de Turijn veel verkocht. Later veranderde de naam Turijn in Optive; het uitrustingsniveau bleef hetzelfde. Bij de facelift verviel het model met de 1.9 SDI-motor en de 1.4 TDI met 75 pk, deze werd vervangen door een 1.4 TDI 3-cilindermotor met 70 pk. Bij introductie was de Polo GTI nog niet verkrijgbaar, die kwam in januari 2006 met een 1.8 turbo 4-cilindermotor met 150 pk. Vanaf de introductie was de auto verkrijgbaar in de volgende kleuren:
|
VOLKSWAGEN UP
De Volkswagen up! is een miniklasse-wagen geproduceerd door het Duitse automerk Volkswagen. De up! werd in 2007 als conceptcar op deIAA in Frankfurt tentoongesteld en in oktober 2011 officieel aan het publiek voorgesteld. Samen met de Seat Mii en de Škoda Citigo zal de up! weerwoord gaan bieden aan het trio Citroën C1, Peugeot 107 en Toyota Aygo.
VERSIES Aanvankelijk was er enkel een tweedeursuitvoering, maar sinds augustus 2012 is ook een vierdeurs beschikbaar. De tweedeursversie heeft de varianten Take up!, Move up! en High up!; de vierdeursversie kent de cross Up en de GT Up, waarbij de laatste als opvolger dient voor deVolkswagen Lupo GTI.[1] Een elektrisch aangedreven versie, de e-Up!, wordt in 2013 verwacht.[2] In augustus 2013 werden de specificaties bekendgemaakt: de e-Up! wordt aangedreven door een elektromotor van 60 kW (het equivalent van 82 pk) en 210 Nm. De topsnelheid ligt op 130 km/h en de actieradius bedraagt 160 kilometer.[3] Opvallend is dat de up! op vrijwel ieder model het City Emergency Braking systeem aan boord heeft; een precrash-systeem dat bij lagere snelheden (tot 30 km/h) bij mogelijke botsingen de snelheid van zo'n botsing beperkt of de botsing zelfs kan voorkomen.[4] |